-- Tinne Horemans
Tinne zag het stuk ‘Merg’ in de Beursschouwburg in Brussel. Oorspronkelijk een libretto van de Nederlandse auteur Judith Herzberg die theatergroep de Roovers bewerkten tot een muziektheatervoorstelling. Tinne,
Wie is Judith Herzberg, de eigenlijke auteur van dit stuk, en waar situeer je dit werk precies in de rest van het oeuvre?
Judith Herzberg is een literaire duizendpoot. In het begin van de jaren ’60 debuteerde zij met een dichtbundel, vanaf de jaren ’70 waagde zij zich ook aan het schrijven van toneelstukken en filmscenario’s. In Nederland, waar zij vandaan komt, is ze enorm populair. Niet alleen als dichteres, maar ook als toneelschrijfster. Altijd worden haar toneelstukken opgepikt door weer een nieuwe generatie acteurs en regisseurs. Zo ook bewerken de Roovers voor de derde keer een stuk van Herzberg, deze keer de kameraoperatekst: ‘Merg’. Een stuk dat zij in 1986 schreef naar aanleiding van een krantenartikel in Time.
De titel van het stuk is ‘Merg’. Waar gaat het precies over?
De voorstelling draait eigenlijk rond een prangend ethisch thema. Het verhaal gaat over twee broers die al een hele tijd niets meer van elkaar hebben gehoord na de dood van hun ouders als gevolg van een auto-ongeluk. Een ongeluk waarvoor de gezonde broer verantwoordelijk was. Nadat de ene broer ontdekt heeft dat hij een beenmergtransplantatie nodig heeft, is hij plots aangewezen op zijn broer. De zieke broer gaat – na een zware innerlijke strijd – zijn donorbroer opzoeken en vertelt hem zijn probleem. De acteurs confronteren de toeschouwer op die manier met een moeilijke ethische dilemma.
- Mag deze zieke broer na al die tijd zijn broer om hulp vragen terwijl hij weet dat zijn broer toch nooit ‘nee’ kan zeggen? Is dit nog ethisch verantwoord? Bovendien kampt deze nog altijd met een schuldgevoel. Hij vormt de oorzaak van de dood van hun ouders. Is het in deze omstandigheden nog geoorloofd dat hij zijn broer om een transplantatie vraagt?
- Daarentegen: Kan de gezonde broer zijn zieke broer in de steek laten met de dood van de zieke broer tot gevolg? Of is hij altijd/ wat de omstandigheden ook zijn verplicht zijn bloedeigen broer te helpen? Bestaat er dan zoiets als een ethische verplichting? Of kan hij wel weigeren? Bovendien is er nog zijn vrouw. Die niet wil dat haar man zijn zieke broer helpt. Voortdurend hoor je haar gemor. Voortdurend dreigt ze ermee het op te stappen.
Herzbergs aanpak lijkt Sokratisch. Het einde van het stuk is open. Zij gelooft in de kracht van de dialoog. Het antwoord zelf wordt niet gegeven. Dit moet de toeschouwer voor zichzelf uitmaken. Misschien omdat zij vindt dat iedereen het altijd voor zichzelf zal moeten uitmaken. Omdat er geen antwoord bestaat. Misschien wil zij de toeschouwer enkel wakker schudden, doen nadenken.
Oorspronkelijk was het een libretto. De Roovers maken er een toneelstuk van. Geslaagd?
De kameropera zelf werden de dialogen gezongen. Dat doen de Roovers niet. Als compensatie kozen zij voor begeleidende pianomuziek waardoor het een muziektheatervoorstelling werd. Live aan de piano zit Guy van Nueten – die al vaker voor theater werkte. De muziek bij deze voorstelling schreef hij zelf. En die is goed. Mooi. Ondersteunt de poëtische kracht van de tekst. Maar ja: ook muziektheater blijft in de eerste plaats theater. En de acteerprestaties konden mij een pak minder bekoren.
Vertel meer. Wat zijn volgens jou nog sterkere punten van het stuk?
Naast het muzikale aspect, hield ik ook het sobere van de beeldtaal. Wat eigenlijk ook weer een weerspiegeling is van Herbergs schrijfstijl. Zij schrijft geen woord te veel. Kort en krachtig. Ook de beeldtaal bleef sober, en tegelijk veelzeggend. Sober en tegelijk goed te begrijpen. Het decor was vrij kaal, op een piano en enkele panelen op de achtergrond na. Verder zag je op het podium vaak niet meer dan een klein tafeltje en twee stoelen. Enkele gebaren of slechts het verschuiven van een meubelstuk gaven je de illusie de ene keer bij de dokter, de andere keer bij de broer thuis te zitten. Ook het uitstrooien en het weer oprapen van een emmer appelen gaven je moeiteloos de illusie van een appelboomgaard. Ook de belichting zat perfect. Maar de suggestieve kracht van de beeldtaal werd tenietgedaan door de wat betuttelende tekst op de panelen achtergrond. Teksten zoals ‘Zieke broer bij dokter’. Heeft dit een reden? Welke? Ik heb ze niet gevonden.
Maar terwijl ik de suggestieve kracht van de beeldtaal bewonderde, vond ik de gesproken taal abominabel. Vooral de taal van Luc Luyens (de zieke broer) en zijn vrouw (Sara De Bosschere) liet voor mij te wensen over. Die taal is slordig: ik hoor dialectklanken en ‘gij’ en ‘jij’ wordt naar believen afgewisseld. Muziektheater blijft theater. Hoewel muziek of beeldtaal belangrijk kan zijn, blijft het ook woordkunst. Daarom speel je het of helemaal in het dialect of je speelt in een mooi Nederlands dat af is. Dit is volgens mij ook essentieel om de poëtische kracht die de rijmende tekst ongetwijfeld gehad zal hebben, over te brengen naar het publiek. Doe je dat in een slordig tussentaaltje gebeurt dat volgens mij niet, maar wordt deze kracht veelal opgeheven.
Wat vond je van de acteerprestaties?
Ook het spel is een levensbelangrijk onderdeel van theater. Maar ook de acteerprestaties konden me deze keer niet echt ontroeren. Ook hier geef ik een pak minder punten aan de zieke broer en zijn vrouw. Adriaan van den Hoof, de gezonde broer, en zijn vrouw, Veerle Dobbelaere doen het beter. Adriaan weet perfect over te gaan van de ene situatie naar de andere, zijn taal en mimiek zitten goed, hij worstelt met vragen en je ziet het, je kan je enigszins inleven in de moeilijke periode die hij doorstaat. Veerle kan ook overtuigen, al maakt de rol die zij moet vertolken het haar wel heel moeilijk.
Deze vrouw – de vrouw van de gezonde broer – wil helemaal niet dat haar man een beenmergtransplantatie voor zijn broer ondergaat, terwijl haar man aanvankelijk niet naar haar luistert en het overweegt wèl te doen. En het is deze frustratie en dit gevoel van onmacht dat zij het hele stuk lang probeert te vertolken. Ook dit wordt vervelend. En vooral omdat de toeschouwer niet te weten komt waarom zij absoluut niet wil dat haar man voor zijn broer in de bres springt. Wat draagt haar rol dan bij aan dit stuk? Het verhaal mist zeker diepgang. En niet alleen diepgang, maar ook vaart en spanning. Het stuk gaat langzaam. Misschien omdat het verhaal zo weinig om het lijf heeft. De korte inhoud vertelt je nagenoeg alles. En dit wordt dan anderhalf uur uitgesponnen. Spanning ontbreekt helemaal. De acteurs spelen vanaf het begin al zo geaffecteerd of onnatuurlijk, dat een climax duidelijk ontbreekt. De acteurs slagen er niet in de toeschouwer in het stuk mee te nemen. Hij is verveeld, niet mee. Lacht af en toe. Maar omwille van wat? Om een kopje dat op de grond valt. Dat is een slecht teken. Volgens mij had Herzberg een betere zin voor humor. De toeschouwer applaudisseert aanvankelijk niet als het stuk afgelopen is. Omdat hij niet wéét dat het stuk afgelopen is. Ook dit is te wijten aan een gebrek aan spanning, aan reliëf. De toeschouwer was niet mee. Als hij de schouwburg uitloopt, wil hij in de eerste plaats een pint. De ethische vraag is hij dan al lang vergeten.
Wie toch nog benieuwd is kan MERG volgende week dinsdag en donderdag gaan meemaken in het STUK. Op woensdag spelen DE ROOVERS in het kader van DE VOLLE TENT en dan betaal je maar 5 euro!
16.11.06
MERG - De Roovers
Gepost door A PROPOS REDACTIE op 11:43
Labels: recensie theater
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten